Herfstboom

Herfstboom

verhaalsel

| We hebben een boek. Een boekbladerend boek. Een boek over herfst en daarna winter en zo verder. Het boek is een roman, een roman over de seizoenen van het jaar, maar beginnend bij de herfst. Zo boekbladerend is het boek nu eenmaal. Ook elk ander boek begint natuurlijk met vallend blad, met geschiedenis, met de geschiedenis van een boom en heel de familie bomen.

Boek en boom kennen elkaar. Ook zij zijn familie. De boom is een oom van het boek, een oude oom, de oude. De relatie tussen boek en boom is niet direct, wel indirect. Van hetzelfde hout, maar nooit van dezelfde boom. De boom die boom was in mijn herinnering heeft misschien geleid tot een ander boek, maar niet tot dit boek wat hier boekbladerend maar doorgaat, vanaf de herfst de ronde doet tot de volgende herfst. Maar het blad viel toen de boom viel. Daar was geen herfst voor nodig. Valt nu het boek op de grond is dezelfde doodsmak te horen als van ooit de boom, de boom die ervoor moest vallen, om het boek de mogelijkheid tot vallen te geven.

De oom heeft een ander leven, en toch is er die relatie. Een boek van papier wordt per bladzijde gelezen. Per blad en blad na blad. Het boek gaat van de dood naar het leven. Zoveel er moest wegvallen, voor deze schepping. Niet de boom staat weer op, maar het boek. In andere gedaante, maar met dank verschuldigd aan wie was. En God kijkt toe.

Dat het leven met de dood begint leert ons het boek, boekbladerend. Dat het begint met verlies, met voorgoed verloren. Dat het begint met duikeling, met zweven uit hoge boom, met liggen, met vergaan en verdergaan, met een groot afscheid, want de boom is oom. Van het boek.

Op de eerste blad-zijde het verval, op de tweede hetzelfde ruisen, steeds het hele boek door, tot krakend vriezen. Maar dan: opbloeien, richting lente, richting zomer. Het boek voltooid, de boom gerooid. Een nieuwe planting als een feit van eeuwigheid. God knikt.

 

Blaise Tolky

 

Reacties zijn gesloten.