Yra van Dijk over ‘Arnon Grunberg’

Yra van Dijk over ‘Arnon Grunberg’

dijky
Uitgave: november 2018

[uit de inleiding] Dit boek gaat over een oeuvre, niet over een mens. Afgrond zonder vangnet is dus zeker niet biografisch. Maar de persoon Grunberg dringt zich wel op in zijn werk, en dus in dit boek. Zijn romans lijken sterk vertekende zelfportretten. De vraag is hoe ‘echt’ de persoon is die we daarin zien. Want alles is fictie bij Arnon Grunberg, zijn brieven, zijn feuilleton in de krant en volgens hemzelf ook ‘foto’s van zijn persoon’. Als we het hier hebben over ‘Arnon Grunberg’, duidt dat op de auteursfiguur met al zijn maskers, niet op de man van vlees en bloed. Al evenmin zullen we hier Grunbergs echte ouders bespreken en ze zo reduceren tot slachtoffers of ‘nooit ontplofte bommen uit WO II’. Wat we analyseren zijn de iconen en demonen die de verbeelding van die ouderfiguren maakt. Het gaat in Afgrond zonder vangnet niet om een particuliere ervaring, maar om de vraag hoe literatuur van die ervaring tot inzichten over het universele, het algemeen menselijke komt.
Vooral vanaf De asielzoeker uit 2003 zet Grunberg daar de allegorie voor in. Dat wil zeggen dat zijn romans op te vatten zijn als teksten met ten minste twee inhouden. (..) Aandacht voor de allegorische vorm legt bloot hoe verschillende verhalen over elkaar heen gelegd worden in de roman. Dat betekent niet dat duidelijk wordt wat de tekst ‘eigenlijk’ betekent: daar is [Grunbergs] allegorie te postmodern voor. Wel blijkt dan hoezeer zijn romans gaan over het betekenis geven zelf. Hoe kunnen we de waarheid op het spoor komen in fictie? De zes thematische hoofdstukken van Afgrond zonder vangnet beschrijven de romans van Arnon Grunberg, maar ook de verschillende manieren waarop literatuur onze wereld van betekenis kan voorzien.

[volkskrant.nl] Lang voordat Yra van Dijk (1970) hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde werd, zat ze in de klas met een geestig blond joch dat dagelijks uit school werd gehaald door zijn oude vader. Die had De Oorlog meegemaakt, werd rondgefluisterd. Wat dat te betekenen had bleek in 1994, toen dat joch debuteerde met ‘Blauwe maandagen’.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *