Tussen lucht en leem
[fragment uit Chestertons De man die teveel wist] “Er was iets eenvoudigs en primitiefs in de gedaante der dingen, dat vaag deed denken aan de morgenschemering in de eerste dagen van het bestaan der aarde; aan een tijd, ergens eer de geschiedenis begon, toen zelfs de tinten nog maar nauwelijks geschapen waren, toen er slechts kleurloos daglicht was tussen lucht en leem. Al deze dode tinten werden slechts onderbroken door één plekje goud: de kaarsvlam voor het raam van de eenzame toren, die bleef branden ook nu het daglicht steeds sterker werd…”
C.S. Lewis over The Man Who Was Thursday – A Nightmare [De man die donderdag was – een nachtmerrie; vert. 2000]:
“A powerful picture of the loneliness and bewilderment which each of us encounters in his single-handed struggle with the universe.”