Suurmondse column over populisten en globalisten
In plaats van iets of iemand buiten mij, is God vooral een bron in mij geworden. Dat was hij altijd al, maar nu is het alsof ik dat veel meer beleven kan. ‘Jij was binnen mij maar ik was buiten’, riep Augustinus onthutst. De wereld heeft sindsdien voor mij een nieuwe glans en diepte gekregen, in zijn schoonheid, lijden en ook alledaagse routine. De vaatwasser openen kan als het opslaan van een psalm zijn: vol blinkende lofprijzing, met geklemd onder een dominante pan een klagend vuil gebleven kopje.
Ik ben een religieuze migrant. Van het droge overzichtelijke landschap waar blijkens onderzoek de meeste populisten wonen, ben ik verhuisd naar de kust met open water waar globalisten verblijven. Water dat als het ware in mij klotst.
Een altijd beweeglijke zee, want God is wel eeuwig dezelfde maar nooit hetzelfde.
[Trouw; fragment]