Prometheus

Prometheus

carry-van-bruggen8J.L. Heldring

NRC, 30 april 1999

(..) Ik ben iemand die in zijn jeugd erg onder de indruk is gekomen van Prometheus en sindsdien Carry van Bruggen min of meer als zijn goeroe is gaan beschouwen. (..) Menno ter Braak noemt lezing ervan `een sensatie van de eerste rang’. (..) Het gaat om de `oppositiefiguur in de literatuur’, zoals Carry van Bruggen later ook zegt. Prometheus, die het vuur uit de hemel stal en daarom door Zeus aan een rots gekluisterd werd, is het symbool van `de strijd van het strevende individu tegen de machthebbende meerderheid (…), ook de strijd van de in zichzelf verdeelde mensheid, van de in zichzelf verdeelde mens…’ (..) Dit thema wordt met een macht aan voorbeelden uit de literatuur – van Tijl Uilenspiegel tot Galsworthy, over Macchiavelli, Thomas Moore, Pascal, Bossuet, Corneille, de la Rochefoucauld, Hobbes, Descartes, Bayle, Goethe, Hebbel, de Musset, George Bernard Shaw, Anatole France en vele anderen – uitgesponnen. Literatuurwetenschappers (..) moeten maar uitmaken of het hout snijdt wat Carry van Bruggen betoogt.

Ik voel mij schatplichtig aan haar, want zij heeft zaad in mijn geest gezaaid dat nog steeds nawerkt. Ongetwijfeld heeft de wijze waarop ik naar de wereld – en dus ook de politiek – kijk, nog steeds veel te danken aan haar manier van denken. Ik wil mij niet met Menno ter Braak vergelijken – zeker niet qua eruditie – maar ik had min of meer dezelfde ervaring als hij: `Ik zag hier een koppige streep door mijn filosofisch kasboek getrokken, die persoonlijk groepeerde wat in mijn academische hersens chaotisch dooreenlag.’ Dat is voldoende om haar voor altijd dankbaar te zijn.

Wat heb ik aan Prometheus overgehouden? Laat ik, zoveel mogelijk in haar woorden, enkele van haar gedachten overnemen. carry-van-bruggen4`De enige realiteit is het contrast. Zien we geen contrast, dan onderscheiden we niet, dan zien we dus niets, want we merken de dingen slechts op door hun contrast met andere dingen. De dingen immers bestaan door hun verschil met andere dingen, zodat ook mensen, in het geestelijke en stoffelijke, slechts bestaan door hun verschil met anderen.’ (..) `Van het ogenblik af dat het individu opgaat (ondergaat) in een collectiviteit, vervangt deze de persoonlijkheid, die ze voortaan vertegenwoordigt. Aldus zelf tot `individu’ geworden, zal de collectiviteit zich van andere collectiviteiten willen (moeten) onderscheiden, teneinde te bestaan. En hoe groter, machtiger, welvarender de collectiviteit, hoe meer eer voor [dit] individu. Nationalisme, patriottisme, is eigenliefde.’ Omdat de collectiviteit zich van andere collectiviteiten zal willen (moeten) onderscheiden teneinde te bestaan, is een wereldeenheid ondenkbaar. `Een bond zonder tegenbond, zonder weerstrevend contrast, een unicum in de totaliteit, is een ondenkbaarheid.’ Dus niet alleen een wereldeenheid is ondenkbaar, ook een bond zonder tegenbond. Einde van de NAVO, zelfs van de Europese eenheid (tenzij zij zich tegen Amerika zou gaan afzetten)?

De Boekenkast met het oeuvre van Van Bruggen
De Boekenkast met het oeuvre van Van Bruggen

De christelijke moraal, die liefde (..) is, is `[juist] individualistisch, onmaatschappelijk, dus maatschappelijk onbruikbaar’. Maar `met het christelijk beginsel is het gedaan als de christelijke kerk zegeviert. In de christelijke organisatie gaat het christelijke individualisme, dat is de essentie, het wezen van het christendom, ten onder’. `Het gelukken van de Franse en Russische revoluties is evenzo de ondergang van de beginselen waarvan ze de verwerkelijking moesten zijn. Van alle beginselen is de vervulling, de vormgeving tegelijkertijd de ondergang. Zo ook met de Reformatie: toen zij een kerk wilde worden, een organisatie, toen de beginselen van het `behoud’ het wonnen van die der `opheffing’, toen was het meteen weer uit.’ Prometheus, de rebel, was Zeus geworden. `De Reformatie begint dan ook niet in 1517, zij eindigt dan juist. De Franse Revolutie begint niet in 1789, maar zij eindigt dan.’ De Russische Revolutie begon terwijl Carry van Bruggen met haar boek bezig was, maar zij voorspelt al: `In de overwinnaars van heden eindigt de Russische Revolutie, zo goed als de Reformatie in Luther en Calvijn, en de mazelen in de zichtbare `uitslag’.’ (..)

Heeft Prometheus invloed gehad? (..) Op mij heeft het, op een ontvankelijke leeftijd, wèl invloed uitgeoefend, maar of die invloed ten goede dan wel ten kwade heeft gewerkt – dat is een vraag waarvan ik de beantwoording aan anderen moet overlaten.

Over: Carry van Bruggen, Prometheus – Een bijdrage tot het begrip der ontwikkeling van het individualisme in de literatuur, 1919. Van Oorschot (1992).

>Lees ook het item ‘We zijn wat we zien’

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *