Nieuwe theologie
De hermeneutische aanpak in Westermans studie de Messias leren (2015) is een gouden greep. De auteur werpt de vraag op naar het paradigma of de bril waarmee de Bijbelse boodschap wordt verstaan. Klassiek is het lineaire model schepping-zondeval-verlossing. Een andere manier van lezen is ‘de circulaire’, er is een midden met concentrische cirkels. Westerman kiest voor deze laatste. En hij doet dat overtuigend op exegetische gronden. Het gaat God blijkens Genesis 1 niet om de méns, maar om de schepping. De mens wordt pas op de zesde dag geschapen. Vooraf gaat de schepping van gewassen en dieren. ‘De mens heeft een opdracht nog voor hij door God is geschapen. Hij heeft een leven te leven in relaties.’ Het is de opdracht gericht te zijn op het gegeven dat de schepping bedoeld is ‘om een eigen geschiedenis te gaan doormaken’. Deze geschiedenis is nadrukkelijk verbonden met Gods zegenen (Gen.1:22 (eerst de dieren), 28 (daarna de mens)!). ‘De schepping is gericht op een geschiedenis waarin (..) de bedoelingen van God gerealiseerd zouden worden,’ schrijft Westerman.
Heilrijke bedoelingen zijn het, vol van genade en zegen, maar welke? De openbaring aan Israël maakt die duidelijk. ‘De inhoud van de zegen waarmee de Heilige God zijn schepping wil zegenen is de roeping van Israël om een koninkrijk van priesters te zijn te midden van de volken.’ Het is de realisering van Israël als een dienend priesterlijk volk, een realisering in de geschiedenis van de schepping, die uiteindelijk de zegen zal uitmaken voor alle volken. Alles wacht op deze realisering. Israël is daardoor het hart van Gods bedoelingen en daarom het midden van de aarde. Het wachten is op de vervulling van dit heil, ten goede voor heel de aarde. Het is precies deze vervulling die beslissend is begonnen in Messias Jezus, de Koning van de Joden. Hij ging al als Priester tot verzoening het oordeel binnen van de Dag der dagen.
In het eindgericht heeft de liefde bezongen in het Hooglied het laatste woord. De volken zullen, volgens Jesaja 2, optrekken naar Jeruzalem om dáár de Tora van God te ontvangen en die van Hem te leren. Ze zullen luisteren naar Gods harteklop voor zijn volk en zo zijn liefde leren kennen. Ook Israël zelf zal als priestervolk een schepping zijn in het midden van de aarde. Om bron van zegen te zijn voor alle volken.
Westermans circulaire verstaansmodel, er is een midden met talloze betekeniscirkels eromheen -nieuwe oren, ogen, woorden en daden voor Israël én de volken; het boek is hiervoor zelf een rijke bron-, doet recht aan de unieke Bijbelse openbaring. Het lineaire model is er een van fasen in de geschiedenis, opeenvolging is de hoofdgedachte. Een paradigma waarmee de heidense idee van de ontwikkeling van de mens als aards opperwezen gemakkelijk voet aan land kon zetten. Circulair denken, op grond van uitvoerige en eminente Bijbelexegese zoals in de (overigens zeer toegankelijke) studie van Westerman, behoedt niet alleen voor het onuitroeibare onkruid van de vervangingstheologie binnen de kerk, maar doet ook zegenrijk recht aan de ervaring van alle stervelingen. Het al dan niet afgebeelde ‘alziend oog’ herinnert blijvend aan Gods bedoelingen. Er is een midden, een ronde kern, een hart, een plaats van gemeenschap met de Eeuwige. Precies zo worden in Israël als leerhuis voor de volken deze woorden gekoesterd: ‘Ik geef raad, mijn oog is op u.’ (Psalm 32:8)