Nieuwe roman van Ilja Leonard Pfeijffer!

Nieuwe roman van Ilja Leonard Pfeijffer!

pfeijffer2Grand Hotel Europa is de grote roman van Ilja Leonard Pfeijffer over het oude continent, waar zoveel verleden is dat er voor toekomst geen plek meer is en waar het meest reële toekomstperspectief geboden wordt door de exploitatie van dat verleden in de vorm van toerisme. Het is een theatraal en lyrisch boek over de Europese identiteit, nostalgie en het einde van een tijdperk.

De schrijver neemt zijn intrek in het illustere maar in verval geraakte Grand Hotel Europa om te overdenken waar het is misgegaan met Clio, op wie hij in Genua verliefd is geworden en met wie hij in Venetië is gaan wonen. Hij reconstrueert het meeslepende verhaal van liefde in tijden van massatoerisme, van hun reizen naar Malta, Palmaria, Portovenere en de Cinque Terre en hun spannende zoektocht naar het laatste schilderij van Caravaggio.

[fragment:]

Vandaag heb ik de befaamde Patelski eindelijk ontmoet. Hij leidt een nogal teruggetrokken bestaan. Hij werkt en studeert en hij gebruikt zijn maaltijden vaak op zijn kamer, zoals de majordomus mij heeft uitgelegd. Maar vanochtend trof ik hem aan bij het goûter de la mimatinée in de groene zaal.
Hij is een breekbare man op leeftijd, maar hij heeft een opvallend levendig gezicht, dat jong is gebleven dankzij zijn nieuwsgierigheid en zijn nimmer aan de ouderdom geofferde vermogen zich te verbazen en dat je, als je dat nodig zou vinden, zonder meer als guitig zou kunnen beschrijven. Onberispelijk gekleed was hij vanochtend, in een driedelig kostuum met een stippeldas en een stippelpochet en een zakhorloge aan een vergulde ketting. Ik ben even naar hem toe gegaan om mij aan hem voor te stellen. Onmiddellijk moest ik hem er met retorisch kunst- en vliegwerk van weerhouden om voor mij op te staan, want hij was al begonnen met de moeizame procedure om beleefdheidshalve ter begroeting met pijn in zijn lijf en een glimlach op zijn gezicht zijn stramme en jichtige leden uit zijn stoel te verheffen. Ik zette mij aan zijn tafel om enkele woorden met hem te wisselen.
Hij betoonde zich buitengewoon geïnteresseerd in mijn werkzaamheden. Na een paar informatieve vragen over mijn poëzie en romans bracht hij het gesprek op de notie van empathie, die volgens hem de kern en het waardevolste aspect uitmaakte van de literatuur. Ik was geneigd hem daarin in alle bescheidenheid bij te vallen en meende daaraan te mogen toevoegen dat die notie in de complexe en in hoge mate gefragmenteerde maatschappij, die in toenemende mate wordt gekenmerkt door individualisme en verabsolutering van het eigenbelang, zeldzamer en waardevoller is dan ooit.
Hij vroeg mij of ik van mening was dat het individualisme een bedreiging vormde voor de maatschappelijke cohesie en dat er gestreefd zou moeten worden naar de restauratie van de jammerlijk achterhaalde gemeenschapszin. Ik antwoordde hem dat de emancipatie van het individu kan worden beschouwd als een synoniem voor vrijheid en dat nostalgie naar oude groepsverbanden zoals het gezin en de natiestaat een beknotting van die verworven vrijheden voor ogen staat. Nadruk op het belang van de gemeenschap is een klassiek ingrediënt in het retorische repertoire van iedere dictator. Die individuele vrijheden vormden wat mij betreft geen probleem van de moderne westerse samenleving, maar een verworvenheid, terwijl het werkelijke probleem gelokaliseerd kon worden in de ten onrechte als vrijheid verkochte kernwaarden van de wereldwijde religie van het neoliberalisme, die egoïsme als een deugd beschouwt en altruïsme als een zwakte. Nu we een generatie van onze kinderen hebben opgevoed met het idee dat het leven dient te worden aangegaan als een concurrentiestrijd, waarbij winnaars winnaars zijn ten koste van verliezers en succes een keuze is die erin bestaat geen medelijden te hebben met degenen die er niet voor hebben gekozen succes te hebben, hoeven we niet verbaasd te zijn dat empathie een rariteit is geworden.
Toen vroeg hij naar mijn hoogste doel. Ik begreep hem niet. Hij verduidelijkte dat hij graag wilde weten wat mijn streven was, wat ik probeerde te bereiken met mijn boeken en waarnaar ik op zoek was met elke alinea, elke zin, elk woord dat ik schreef.
‘Dat is een moeilijke vraag,’ zei ik.
‘Daarom stel ik hem ook.’
‘Ik heb daar in het verleden verschillende antwoorden op gegeven.’
‘Mij zou het speciaal interesseren welk antwoord u daar nu op zou geven.’
‘Dat antwoord zal u wellicht verrassen,’ zei ik.
‘Ik word graag verrast.’
‘De waarheid.’
‘Ook in fictie?’
‘Juist in fictie.’
Hij legde een arm om mijn schouder en keek mij aan met een geamuseerde uitdrukking op zijn gezicht die van alles kon betekenen.
‘Het is een genoegen met u kennis te maken,’ zei hij. ‘Hierover moeten we nog uitgebreid nader van gedachten wisselen. Maar ik denk erop te kunnen vertrouwen dat u nog lang niet weggaat uit Grand Hotel Europa.’

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *