Muzecyclus
I
Grafomanie is onbeteugelbare
schrijfdrang achter de dingen
kijken met ogen dicht,
er is een pen die beweegt
op de maat van de regel,
de onregelmaat ontregelt.
Muze, wat weerhoudt
me? De hap lucht tussen
de woorden, – deze zin, dit?
II
Te achterhalen de talende
tover in tekens gevangen
bevrijd gaat een zon
bal bol bloedbaan rond
onder maar ook moet
de punt tikkend op de
regel zacht een verhaal
de dag indragen voor de
nacht. Muze, ook nu?
III
Ik begreep meteen dat de
deur in het slot viel of
altijd open zou blijven
staan. Het langzame
kuchen uit mijn keel
was iets nieuws. In
het licht was er een
raam, het silhouet
schoof richting mij, en
ja zei ik, nee hoor, ik.
Muze, dat ik begreep
wat geen begrijpen kon zijn.
IV
De lucht klaart op op
dit moment, moment van
achterwaarts blikken met
wat woorden handjevol,
handjevol zoet want de lucht
klaart op op het juiste
moment, aan de binnenkant
van het oog; waar het hart
begint, hard begint te stralen.
Muze, muze mijn, mijn muze.
BT