Mijn innerlijke duivel
Column Stevo Akkerman
[trouw.nl; 29|8] Ik heb het niet vaak, maakt u zich geen zorgen. Maar toen ik de kinderen Howick (13) en Lili (12) op televisie hoorde praten over hun dreigende uitzetting naar Armenië, meldde zich in mijn binnenste een stem die ik meteen herkende als die van de duivel.
De redelijkheid zelve, goede argumenten, indrukwekkende dossierkennis. Hij liet zich niet gemakkelijk de mond snoeren. ‘Laat je toch niet zo door je emoties meeslepen’, zei de stem. ‘Individuele gevallen zijn altijd pijnlijk, zeker als het kinderen betreft. Maar de wet geldt voor iedereen en het is de taak van staatssecretaris Halbers die onpartijdig uit te voeren.’
“Wij zijn doodsbang”, had Howick gezegd aan de tafel van ‘Laat op 1’. Het was hem en zijn zusje aan te zien. Hier zaten twee kinderen die wisten dat ze elk moment konden worden opgepakt en uitgezet; de deadline is vastgesteld op 8 september. En dan? Dan komen ze in een land terecht waar ze nog nooit geweest zijn, waarvan ze de taal niet spreken, waar ze niemand kennen. “Ik vind het onmenselijk en wreed dat de staatssecretaris zoiets kan besluiten”, zei Howick.
‘Het zal niet gemakkelijk voor hen zijn’, erkende de stem. ‘Maar de Nederlandse staat is daarvoor niet verantwoordelijk, dat is hun moeder.’
Daar zat wat in. Moeder Armina, van oorsprong Armeense, nam de kinderen op zeer jonge leeftijd vanuit Rusland mee naar Nederland en legde zich niet neer bij een afwijzing van haar asielaanvraag. Ze procedeerde door tot het echt niet langer kon. Vorig jaar werd ze uitgezet naar Armenië; de kinderen ontliepen dat lot doordat zij hen had laten onderduiken.
Maar roepen dat het de schuld van de moeder is, lost voor de kinderen niets op. Zij zijn in Nederland opgegroeid, het zijn Nederlandse kinderen geworden en nu dat zo is, kan Nederland hen niet het ongeluk in duwen.
‘Je moet het breder zien’, zei de stem. ‘Als we deze kinderen hier laten blijven, zetten we een premie op procederen. Dat kunnen we niet hebben.’
Dan moet je de procedures aanpassen, niet deze kinderen voor de leeuwen gooien. Ik begon genoeg te krijgen van mijn innerlijke duivel. Maar hij was nog niet uitgepraat.
‘De Raad van State denkt er anders over, en dat is wel de hoogste rechter. De kinderen mogen worden uitgezet. Ja, ook nu twijfelachtig is of de moeder psychisch wel in staat is hen op te vangen. Er zijn andere voorzieningen. Zoals een weeshuis.’
Een weeshuis? We gooien kinderen het land uit om ze in Armenië in een weeshuis te laten belanden? Geen wonder dat Lili in de uitzending zo naar woorden moest zoeken om te beschrijven wat haar te wachten stond. “Ik kan me er gewoon geen voorstelling van maken”, zei ze, terwijl Howick zijn hoofd liet zakken. Laat de staatssecretaris in vredesnaam gebruikmaken van zijn discretionaire bevoegdheid. Waarom doet hij dat niet?
‘Omdat we het belang van twee kinderen niet boven dat van het hele land kunnen stellen’, zei de stem.
Dan is dit geen beschaafd land meer, antwoordde ik, en legde hem het zwijgen op.