
Megalomaan AFTH
[AD, 17|11] Schrijven, schrijven, schrijven. Sinds 2010 leeft Van der Heijden, vroeger een geziene gast in de Amsterdamse horeca, in afzondering. De laatste tijd komt hij af en toe de deur weer uit, zoals onlangs, toen in Den Bosch een boekje werd gepresenteerd met wandelingen langs locaties in de stad die voorkomen in zijn boeken. Hartelijke mensen, leuke bijeenkomst, daar niet van, zegt hij, maar het geeft hem een gevoel van onrust als hij een dag niet achter de elektrische typemachine kruipt, boven in zijn werkkamer, tussen rijen archiefkasten met knipsels, documentatie, brieven. Tussen de vijftien manuscripten die in aanbouw zijn. Want niet alleen MX17 vraagt zijn aandacht, hij werkt ook aan een moderne versie van Sartres klassieker Les jeux sont faits, De teerling is geworpen. Een nieuw deel van de cyclus Homo duplex moet afgemaakt, zijn alter ego Albert Egberts uit De tandeloze tijd wacht om opnieuw tot leven te worden gewekt. En dan maar hopen dat zich tussendoor niet nog een onderwerp aandient.
Uiteindelijk, natuurlijk, draait het allemaal om het perfecte boek. Ooit liet hij voor de grap een minuscuul bibliofiel boekje maken, met als titel H O B – meer paste er niet op de omslag – Het Onmogelijke Boek. Het boek dat hij desondanks moet proberen te schrijven. Wellicht komt het nieuwe deel van De tandeloze tijd in de buurt, met de filosofische onderbouwing van het door Van der Heijden geïntroduceerde, complexe begrip ‘leven in de breedte’: het ondeelbare moment te pakken te krijgen, als het ware om de tijd een hak te zetten, stil te zetten en zo onsterfelijkheid te creëren, al is het maar op papier. Zo komt hij dicht bij de ontrafeling van het leven, zegt de schrijver. ,,Daar heb je de nodige megalomanie voor nodig, inderdaad. Het ligt nu eenmaal niet in mijn aard om binnen mijn mogelijkheden te blijven. Ik wil daar net bovenuit reiken. Dan mogen anderen wel weer zeggen: je bent te ver gegaan.”

Want dat verwijt krijgt hij nog weleens: de boeken zijn te dik, te alomvattend, te ingewikkeld, te ambitieus. ,,Ik vind megalomaan een prachtige geuzennaam. Het past niet in de Nederlandse volksaard om megalomanen toe te juichen. Dat wil niet zeggen dat ik zo uitvoerig mogelijk probeer te zijn. Maar als ik wil uitwerken wat ik in gedachten hebt, kom ik vaak op grote boeken.” Ook de nieuwe roman Mooi doodliggen dijde als vanouds uit: het boek was bedoeld als novelle, het werden 368 pagina’s.