Man en paard
‘Dagboek van een landjonker’ van Benno Barnard bevat een schat aan aforismen én inzichten over wat het betekent om vandaag een schrijver te zijn die zijn métier ernstig neemt zonder doordrammerig te worden.
[bron: knack.be] Benno Barnard maakte jarenlang het mooie weer door wekelijks op Knacks Boekensite zijn nu eens lyrische en dan weer contraire overpeinzingen in een blog te gieten. ‘Dagboek van een landjonker’ is een selectie en bewerking van deze blogs, aangevuld met flarden tekst uit essays en interviews die Barnard elders publiceerde. Het resultaat is een eerlijk zelfportret van een schrijver die zijn twijfels en overtuigingen glashelder en vaak ook bloedstollend mooi fixeert.
Barnard mag dan de reputatie meedragen van een onverbeterlijke Schöngeist en conservatief te zijn, maar in dit boek bewijst hij een wel heel bijzondere landjonker te zijn. Lang geleden dat een auteur in zijn notities zo recht voor de raap zijn ergernissen en voorkeuren ventileert. Dat Bernard daarbij man en paard durft te noemen, is du jamais vu in een tijdperk waarin Vlaamse auteurs elkaar vooral niet tegen de haren in willen strijken.
Spreekwoordelijke kop van jut bij Barnard is de politiek-correcte Kristien Hemmerechts: ‘Mijn sympathie voor de Windsors, vooral Charles dan, vloeit mede voort uit de sympathie van Kristien Hemmerechts voor Diana. Mijn wereldbeeld is van een solide eenvoud: ik ben tegen alles waar Kristien Hemmerechts voor is.’ Ook Tom Lanoye en Hugo Camps bijvoorbeeld, andere boegbeelden van de politiek-correcte pensée unique, moeten het hier ontgelden. Maar dat Barnard een wereldbeeld ‘van een solide eenvoud’ cultiveert, is natuurlijk met een ironisch korreltje zout te nemen.
Vanuit zijn uitkijkpost op de Vlaams-Waalse taalgrens in Sint-Agatha-Rode probeert Barnard dit tijdsgewricht te begrijpen en zijn eigen positie te bepalen. (..) Dit boek bevat prachtige mini-essays over onder anderen Thomas Mann en Vladimir Nabokov, pioniers van het literaire modernisme, én ontroerende hommages aan zijn vader, zijn beide kinderen Christopher en Anna, en zijn echtgenote.
Barnard die met ‘Uitgesteld paradijs’ (1987) zijn eerste autobio in fragmenten pleegde, is ondertussen drastisch veranderd. Hij heeft nog altijd de gave van het woord – er is niemand die zo glashelder en poëtisch een zin kan neerzetten als hij in onze Nederlandstalige letteren, maar hij is zich tegelijk ook bewust geworden van het gevaar van de al te makkelijke retoriek. Die spanningskracht tussen vorm en inhoud – tussen poëzie en proza – geeft aan dit boek een ongeëvenaarde kwaliteit: ziehier een dichter aan het woord die no nonsense zijn kijk op de wereld vorm geeft en tegelijk een prozaïst die nuchter teveel schoonschrijverij of pretentie van zijn tijdgenoten lachend van tafel veegt.
Het zou al aardig moeten mislopen als ‘Dagboek van een landjonker’ binnenkort niet in de prijzen valt. Het is alleszins één van de vijf beste en meest te denken gevende boeken uit de Nederlandstalige letteren van dit jaar. (auteur: Frank Hellemans, 2013)