Literatuur en wiskunde: het draait om intuïtie

Literatuur en wiskunde: het draait om intuïtie

hoeg11[trouw.nl, 1994] Wie is die grootste literaire belofte van Denemarken sinds Hans Christiaan Andersen? Een gesprek met de voormalige balletdanser, alpinist, schipper, toneelspeler en schermer Peter Høeg.

hoeg14“Ach,” grinnikt hij in zijn hotelsuite in Amsterdam, “uitgevers kloppen mijn biografietje graag een beetje op, maar in grote lijnen is het wel juist.” Hij ziet er net zo jongensachtig uit als op de foto op de achterkant van zijn romans en het kost je weinig moeite hem voor te stellen als danser of acteur op het toneel van de koninklijke schouwburg in Kopenhagen. “Ik heb altijd veel aan sport gedaan, vooral schermen. Toen in de jaren zeventig het ballet een bloeiperiode doormaakte, was er veel vraag naar jongens die konden dansen. Ze namen zo ongeveer iedereen die een beetje kon bewegen en zo kreeg ik mijn kans. Ik kreeg een klassieke training maar voor uitvoeringen gaf ik de voorkeur aan moderne dans. Ik was er niet erg goed in maar het was een interessante ervaring. Het was mijn taal niet, want ik miste het spelen met woorden. Schrijven heb ik al die jaren erbij gedaan tot ik op mijn zesentwintigste besloot definitief voor het schrijven te kiezen. Sindsdien leef ik van mijn pen.”

In zijn verhalenbundel ‘Nachtvertellingen’ waarmee hij in Nederland debuteerde, komt de balletwereld er niet geweldig af, en de ex-danseres die in ‘Smilla’ figureert is een ronduit onsympathiek personage. Toch is er volgens hem geen sprake van een afrekening met dit stuk verleden: “Ik hield van het dansen, maar de balletwereld zelf is gevaarlijk. Als mijn dochters me zouden zeggen dat ze bij het Deens ballet willen, zou ik me er sterk tegen verzetten. Vooral de opleidingsinstituten en de theaterinstellingen zijn toch vrij gesloten bolwerken van illusies.” Zijn afkeer van instituties loopt als een rode draad door zijn werk. (..)

hoeg13Op zijn vijfentwintigste verliet Høeg Denemarken om zijn horizon wat te verruimen: “(..) Ik ontdekte de wereld buiten Denemarken, nam gretig alle indrukken in me op en voelde me voor het eerst echt vrij. Ik had dat nog jaren kunnen volhouden maar besloot toch terug te keren. Het was heerlijk om weer thuis te komen in de wetenschap dat ik niet gedwongen was er permament te blijven: iedere winter neem ik weer afstand door naar de tropen te reizen om met mijn Afrikaanse vrouw op familiebezoek te gaan.”

Zowel in zijn verhalen als in de romans zijn verschillende personages gefascineerd door wiskundige en natuurwetenschappelijke vraagstukken. ”Het valt me makkelijker me voor de wiskunde te interesseren dan van mijn medemensen te houden” zegt Smilla, de misantropische hoofdpersoon uit zijn bestseller. Høeg zelf denkt daar iets genuanceerder over: “Wiskunde is een soort oude liefde van me. Eén van de grote vragen in de geschiedenis van de wiskunde was altijd: ‘waar komt het vandaan?’ De perfectie van de mathematische figuren vind je namelijk niet terug in de werkelijkheid. Persoonlijk denk ik dat het van binnenuit komt, dat het een biologisch fundament heeft. (..) Voor mij staan literatuur en wiskunde niet zo ver van elkaar af: in beide gevallen draait het om intuïtie. Intellect alleen is veel te mager en uiteindelijk volslagen ontoereikend: professionele wiskundigen werken ook niet meer met puur rationele denkpatronen maar ontwikkelen een ander soort intuïtie. Net zoals je wel een idee kunt hebben van wiskundige figuren die in de werkelijkheid nog niet voorkomen, zo heb ik bij het schrijven een helder beeld van hoe een goed boek eruit moet zien, maar ik kan het nog niet schrijven. Ik zit nog volop in een leerproces en probeer steeds dichter bij dat ideaal te komen.”

hoeg12(..) Zijn bescheidenheid is niet gespeeld. Høeg wekt voortdurend de indruk overvallen te zijn door zijn plotselinge succes: “Ik heb nooit aan een internationale carrière gedacht. Natuurlijk heeft een boek lezers nodig, maar of dat er nu vijfhonderd of vijf miljoen zijn, dat maakt voor mij niet echt een verschil. Ik hoopte voor ‘Smilla’ een voorschot van 3000 dollar te kunnen krijgen om een paar maanden met mijn vrouw naar Cuba te kunnen gaan. Als ik dat voor mekaar zou krijgen, zou het boek voor mij al geslaagd zijn. Het pakte wat anders uit. Eigenlijk is het niet normaal en misschien niet gezond dat iemand die nog volop in een leerproces verwikkeld zit zo’n aandacht krijgt. Ik zie het dan ook niet alleen als een succes van het boek, maar vooral van de media die het mogelijk maken dat een roman uit een klein taalgebied op zo’n ongekende schaal verspreid kan worden. Het brengt je in een gevaarlijke positie: de druk om meer van hetzelfde te produceren is erg groot, maar dat zou de dood in de pot zijn: je kunt iedereen nabootsen, behalve jezelf. Voor mijn ontwikkeling als schrijver zou het beter geweest zijn als het succes tien jaar later was gekomen. Als ik zou willen zou ik nu niet meer hoeven werken. Toch wil ik niet stoppen omdat ik weet hoe belangrijk het voor me is. Ik voel dat er veel licht in me geconcentreerd zit en dat ik beelden in taal kan binden. Dat is mijn opdracht, dus dat moet ik doen.”

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *