De Gids, jaargang 161 – 1998 / Stine Jensen, Over het werk van Peter Høeg
They say love brings people together, but anger brings them together a lot quicker. (Juliana Luecking)
Kopenhagen 1997. De Deense auteur Peter Høeg geeft alle inkomsten uit zijn roman The Woman and the Ape (1996) aan een fonds ter bestrijding van de armoede in de Derde Wereld. Zelf heeft de gulle schrijver het geld niet meer nodig, want hij is behoorlijk rijk geworden met zijn drie eerdere romans. Met name zijn tweede boek, de verfilmde bestseller Miss Smilla’s Feeling for Snow (1992), betekende een internationale doorbraak. De Denen zijn trots op hun nieuwe nationale held, die in zijn debuutroman The History of Danish Dreams (1988) het kleine Deense dorpje Rudkøbing tot middelpunt van de wereld bombardeerde. Maar diezelfde Denen moesten even slikken toen Høeg zijn derde, controversiële roman Borderliners (1993) publiceerde. De mythe van het kinderparadijs Denemarken, Legoland en een gezonde vrije seksuele opvoeding werd door Høeg ontmaskerd in een huiveringwekkende openbaring van de wetenschappelijke experimenten met jeugdige zwakzinnigen en sociaal minder begaafden die op grote schaal in de jaren vijftig en zestig werden uitgevoerd. Het zijn zeker geen feelgood novels, de boeken van Høeg, ook al lopen ze allemaal goed af.
Høegs werk is razend populair en daarvoor zijn twee redenen denkbaar. Ten eerste neemt de schrijver het grootmoedig op voor alle minderheden in de maatschappij. In zijn boeken ligt het perspectief steeds bij de Ander (..). Volgens Høeg levert het verhaal van de outsider, die aan den lijve ondervindt wat ‘er niet bij horen’ betekent, het beste inzicht in een situatie.
De tweede reden voor het succes van Høeg schuilt misschien wel in de balans tussen idee en vorm. Zijn romans zijn meer dan mooie verhalen: het zijn tevens filosofische en wetenschappelijke exercities. Høeg laat in zijn romans niet alleen de gevolgen van wetenschap zien via zijn verhaal, maar presenteert de lezer ook de wetenschappelijke theorieën waaruit de praktijk voortvloeit. Dat doet hij door als verteller het verhaal te onderbreken met een theoretische uitweiding of door een van zijn personages iets te laten zeggen over een theorie. Op deze wijze vermengt Høeg literatuur met wetenschap.
(..) Het gevecht van de Ander, de buitenstaander, tegen de gevestigde autoriteit is verweven met Høegs project: een kritische blik op de rol van wetenschap in onze maatschappij. Een van de machtigste instituties in de westerse maatschappij om autoriteit mee te verwerven, is volgens Høeg de wetenschap. En de buitenstaander moet vaak machteloos toezien hoe over zijn rug wetenschap als rechtvaardiging voor wanpraktijken wordt gebruikt. In Høegs boeken is het niet liefde die mensen dichter bij elkaar brengt, maar hun gemeenschappelijke woede en strijd tegen de gevestigde gemeenschap.
The Woman and the Ape staat in de literaire traditie van satires waarbij dieren worden ingezet om de hoogdravende pretenties van mensen door te prikken; een traditie die teruggaat naar onder andere J.A. Schasz’ Reize door het Aapenland (1788), een Nederlandse echo van de roman Niels Klims Underjordiske Reisse (1741) van de Deense schrijver Ludvig Holberg. Holbergs boek werd wereldwijd verspreid; alleen in Nederland al verschenen vrijwel direct na de publicatie in Denemarken maar liefst vier vertalingen van diens roman (met als titel De Onderaardse reis van Klaas Klim, resp. 1741, 1744, 1761 en 1778). De roman gaat over een jonge theoloog die bij onderzoek naar een merkwaardige uitstulping van de aardkorst terechtkomt in de onderwereld, en daar een reis maakt langs diverse naties. De inwoners van ‘Martinia’ zijn apen, die verdacht veel op mensen lijken. Niels leert de apen pruiken te maken, waarna de apen vervolgens mensen gaan na-apen in al hun potsierlijkheid. Høegs boek is ook als een dergelijke satire te lezen.