Leonard en Virginia Woolf
[Hans van Duijnhoven, nobb.nl] Leonard Woolf, schrijver en uitgever, was de echtgenoot van Virginia Woolf. Uit haar schrijversdagboek komt Leonard naar voren als een onstuitbare, raadselachtige heilige van de snoeischaar – zelfs in het vreselijkste weer of onder de pijnlijkste persoonlijke omstandigheden. Zijn overgave aan zijn tuin was een filosofisch engagement. Specifieker geformuleerd: hij ging er de confrontatie aan met de onderliggende conflicten in de wereld en in zichzelf. In al zijn geschriften bestaat er een spanning tussen orde en wanorde, die zich in diverse vormen manifesteert: wetten versus anarchie, rationeel denken versus irrationeel geloof, vrede versus geweld, geestelijke gezondheid versus waanzin. Leonard leek in alle gevallen aan de kant van het eerste te staan. Zijn hele lange leven hield hij vast aan zijn visie op veiligheid, rede, exactheid, rechtvaardigheid en psychologisch evenwicht – hoe wankel dat ook was. Daarom trok Leonard Woolf, schrijver van middelbare leeftijd, twee paar sokken aan en snoeide appels in de ijskoude januarimaand in Sussex. De tuin was zijn persoonlijke strijd met een verscheurde, maar geliefde kosmos. De tuin zou niet blijven, net zomin als hij. Maar het was de moeite waard om door te gaan, om precies dezelfde reden waarom het de moeite waard was om boeken te lezen en schrijven: voor een helder, evenwichtig, eerlijk leven. Met zijn vieze handen en verkleumde botten ging Leonard de confrontatie aan met de fundamentele ambivalentie van het leven – appelboom na appelboom.
En tel hier ‘ambivalente’ puntkomma’s! Onderga Virginia’s typische manier van haar complexe persoonlijkheid tot literatuur verwerken: “Over de vijver jaagt een woeste regenstorm. De vijver is overdekt met witte stekeltjes; die op en neer dansen; de vijver wemelt van opspringende witte stekeltjes, als van een egel; ze rijzen te berge; dan gaan er zwarte golven overheen; zwarte huiveringen; en de waterstekels zijn wit; een wirwar van regen en de olmen die hem heen en weer zwiepen; de vijver loopt aan een kant over; de bladeren van de lelie trekken het water terug; de rode dotter dobbert; een blad flapt op; daarna is alles een ogenblik spiegelglad; het volgende ogenblik stekelig; stekels van glas; die voortdurend op en neer springen; een snel overdrijvende schaduwklad. En ineens zonlicht; groen en roodglimmend; de vijver bezadigd groen; het gras stralend groenrode bessen aan de hagen; de koeien spierwit; purper boven Asheham.” (Uit: Virginia Woolf, Schrijversdagboek, samengesteld door Leonard Woolf, p.272)
Carry van Bruggen (1881 – 1932) wordt de Nederlandse Virginia Woolf genoemd. Net zo ‘tegen de dwang’, tegen het gareel, tegen het doen van dingen omdat het zo hoort of voordeel oplevert.
Lees over Carry van Bruggen ook mijn item ‘We zijn wat we zien’