Leeslevers
Er is iets geheimzinnigs aan de man of vrouw die lezend leeft. Er is geen enkelvoudig woord voor, maar we kunnen hem of haar een ‘leeslever’ noemen (..). De leeslever heeft het gevoel, denk ik, dat hij of zij door te lezen aangesloten raakt op een brein dat voor hem denkt. Of: door hem héén denkt. Op een of andere manier vindt hij altijd feilloos het boek dat hij wil lezen. Terwijl hij leest blijft hij heus ook ‘zelf denken’, dat merk je aan het feit dat hij soms een streepje zet in de kantlijn, of een aantekening maakt – en toch wordt er voor hem gedacht door de zinnen die hij leest, zijn denken wordt van hem óvergenomen. Dat een boek op zeker moment uit is, is voor de leeslever een rare toestand – hoe moet je denken zonder dat je leest?
[uit: Willem Jan Otten, Kees Fens-lezing 2017]