Komrij’s bloemlezing

Komrij’s bloemlezing

cropped-komrij3.jpgUIT HET VOORWOORD:

Je moet in de Nederlandse literatuur alles zelf doen. Ik heb me een tijdlang vermomd als zeef, en door die zeef gingen 215.000 gedichten, en als ook in deze bloemlezing sommige dichters wéér met dezelfde gedichten zijn vertegenwoordigd, dan ligt dat niet aan mij maar aan de dichters.

Trouwens, als je je lievelingsgedichten niet in een bloemlezing van deze omvang aantreft, wat heb je dan aan een bloemlezing?

Wat heb je ook aan een bloemlezing wanneer je er geen ‘vondsten’ in kan doen, wanneer niet je ogen worden geopend voor de gedichten waar je altijd overheen las of gedichten waarvan je het bestaan niet vermoedde? Zo dient deze bloemlezing meerdere doelen: in het huis van dit boek zijn, net als in dat van de poëzie, vele kamers.

*

Dichters dichten niet omdat ze zich vervelen.

*

Poëzie staat niet boven de tijd, zij geeft daar uitdrukking aan.

*

Dit is geen programmatische bloemlezing, dit is het verslag van een leesavontuur, het verslag van een reiziger die uitging om te ontdekken, met een bloemlezershelm op zijn hoofd, met hakbijl en verrekijker.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *