Hét kerstboek
Het onverwachte antwoord op een vraag die niet gesteld is
• Eigenlijk zou ik willen zeggen dat ik nog nooit zo’n dwarse, rauwe, gravende, meeslepende en toch wederstrevende en weerbarstige, nadenkende, associërende, mijmerende en gedenkende, laaiende, lastige roman gelezen heb, maar ik weet dat niet helemaal zeker. Wel weet ik dat het een tijd terug is, dat een roman me zo wist te boeien zonder dat ik kan zeggen dat het boek ontdaan is van veel van wat ik doorgaans tégen slechte romans heb: larmoyant gejengel, opzichtige niet-lineaire constructie, ondervertegenwoordiging van weloverwogen stilistisch taalgebruik, op zinsniveau althans, psychologicistische zelfontleding, om maar wat te noemen, en uit secundaire literatuur blijkt tot overmaat van ramp (in andere gevallen althans) het ding ook nog eens een autobiografische basis te hebben. En toch was ik bijna van meet af aan geheel verkocht en eraan verknocht. (..) Wat een pracht van een door post-existentialistische tabakswalm omwolkte zwart-witfilm in woorden is dit. Je puzzelt je suf om alle stippen met elkaar te verbinden, maar bijna iedere alinea lijkt ook een potentiële mise en abyme. Deze bijvoorbeeld:
“Eigenlijk is het een luxe: De luxe van het tekort – al kun je dat natuurlijk niet als zodanig ervaren. Als ik altijd bij je was zou ik dit verliezen – maar toch zou ik het gewild hebben (dat is, denk ik, de tragedie van het verlangen) – en daarom ben ik dus blij dat het niet kan, niet kan gewild worden. (Je kunt iets willen, en toch bijvoorbeeld bang zijn om het te krijgen.)”
In ieder geval blijkt uit dit citaat waar de roman over gaat: de tragedie van het (ware, onmogelijke, existentiële, lust- en liefderijke) verlangen. Het is een ingewikkeld construct van eerst vijf hoofdstukken met elk een andere hoofdpersoon / focalisatrice, vijf vrouwen die in de ban geraakt zijn van een man die – als de oogzenuw voor het gezichtsvermogen zelf – onzichtbaar blijft (behalve dat hij iets met literatuur doet); gevolgd door een meer dan honderdtien pagina’s lange liefdesbrief, die je twijfel of het wel echt om vijf verschillende vrouwen en niet om aspecten van een en dezelfde vrouw gaat, doet toenemen, en afgesloten met een hoofdstuk dat helemaal uit de toon lijkt te vallen. Het slothoofdstuk trekt het hele boek, of beter: heel het tapijtje van betekenislijnen dat ik als lezer geprobeerd had te weven, weer los. Zet het verhaalde in een naargeestig licht, ondanks het ferme [antwoord]. Ik zit, nu ik ‘m uit heb, nog midden in de roman, ik ben er nog lang niet uit. En zoals alleen past bij echt goede boeken – of in ieder geval bij echt ingrijpende leeservaringen: ik ga dit moeten herlezen. Graag zelfs. (blog Fabian Stolk, november 2015)
slotalinea:
♦ Gouden Uil Publieksprijs 2005
♦ Afbeelding omslag: René Magritte, La Réponse Imprévue