Herzberg ten voeten uit
De boeken vliegen hier met grote kracht
tegen het raam. Vallen. Liggen verdwaasd
er onder, tot ik naar buiten ga, ze opraap.
Geen wonder dat ze wat verward zijn,
ik blader in ze, spreek ze troostend toe
beloof dat het in orde komt, dat
ik me in ze zal verdiepen, leg ze zolang
op vriendelijke stapel, een voor een, bij
soortgenoten. Ik zeg dat eerder werk
eerst af moet maar dat ik dan, zodra —
ach ja, ach arme boeken, ach arme mij
soms wijd ik me een hele avond
aan een van hen. Wat blijkt?
De knal, de val, terwijl ik me zo
voor ze inspan, de pijn daarvan
woekert verwoestend in mijn brein.
Judith Herzberg
Een middag met Herzberg in 2016