Favoriete columnist

Favoriete columnist

akkerman[bron: nos.nl] Trouw-columnist Stevo Akkerman is de winnaar van de J.L. Heldringprijs voor de beste columnist van Nederland. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt tijdens de Nacht van NRC.

Volgens de jury durft Akkerman in zijn columns ruimte te bieden aan twijfel, “iets wat je maar weinig tegenkomt in de wereld van de column”. Daarnaast prijst de jury Akkerman vanwege zijn “voortreffelijk geschreven columns” waarin hij “afgewogen analyses” maakt over wat politici, partijen en gewone mensen beweegt. In zijn dankwoord noemde Akkerman het een enorme eer dat de jury de idealen van J.L. Heldring herkent in zijn werk.

Akkerman (54) schrijft pas anderhalf jaar columns voor Trouw. Daarvoor was hij onder meer werkzaam als redacteur bij Het Parool, Trouw en als correspondent in Praag voor radio en regionale kranten. Hij schreef meerdere boeken, waaronder de meermaals bekroonde roman Donderdagmiddagdochter.

Column| Stevo Akkerman| 13 september 2017

Buiten de muren van onze kerk, die toevallig de enige ware was, was het koud en donker en gevaarlijk. Daar lag de wereld, een moeras waar je bij uit de buurt moest blijven; kwam je te dichtbij, dan werd je meegezogen en dan was het met je gedaan. Gruwelijk.

En het ergste was dat dit lot niet alleen de goddelozen trof, maar ook degenen die zich gelovig noemden maar van de rechte weg waren afgedwaald: hele kerken verdwenen op die manier in het drijfzand en dat was allemaal de schuld van Harry Kuitert.

Als zijn naam viel, en dat gebeurde vaak in de vrijgemaakte kerk van mijn jeugd, voelde je de ontzetting door de banken trekken. Wat de man gezegd had, wist ik niet, maar dat hij mensen de afgrond in trok, stond buiten twijfel. Dat kreeg je ervan als je Schrift en belijdenis losliet; hoorde ik het niet van de kansel, dan las ik het wel in het Nederlands Dagblad. Regelmatig veegde onze enige ware krant de vloer aan met ‘het vergif’ van Kuitert, onder meer in de hoofdartikelen. De onderwijzer van klas zes liet mij die stukken graag overschrijven als strafwerk – dezelfde onderwijzer die het psalmzingen begeleidde op een harmonium waar hij bij wijze van blaasbalg de stofzuiger op had aangesloten, maar dat geheel terzijde.

Ik was dus, dat moge na deze aanloop duidelijk zijn, benieuwd wat het Nederlands Dagblad zou schrijven bij Kuiterts overlijden; men wijdde er gisteren een commentaar aan, wat niet voor elke theoloog is weggelegd. Het oordeel loog er niet om. Kuitert had uiteindelijk geen geloof meer overgehouden, stelt de krant, en was ‘eenzaam onder een lege hemel achtergebleven’. Zijn weg bleek ‘niet bevrijdend, maar heilloos’. Ik zie het strafwerk van vroeger: ferme orthodoxie, harde taal.

Maar toch is er wel iets veranderd. De krant voegt eraan toe dat Kuiterts sterven ‘ook zijn tegenstanders mag aanzetten tot zelfonderzoek’. Was het eigenlijk wel zo’n goed idee geweest hem persoonlijk aan te vallen, op felle toon naar de hel te wensen, zelfs met een pedofiel te vergelijken? Dat gebeurde in 1996 in het Nederlands Dagblad zelf – de hoofdredactie bood er twee jaar geleden excuses voor aan, die door Kuitert met ontroering werden aanvaard.

‘Te vrezen valt’, schrijft de commentator nu, ‘dat de orthodoxe felheid ook wel eens voortkwam uit angst’. Dat lijkt mij een understatement, maar het is mooi dat dit wordt gezien, en daar blijft het niet bij, er volgt zelfs de erkenning dat ‘men de vragen van Kuitert ook aantreft op de bodem van het eigen hart’.

Zelf denk ik dat de boodschap van Kuitert wel degelijk bevrijdend is geweest, al is zijn eindconclusie (‘Er is nul’) me te kaal. Dan kan ik me beter vinden in de woorden van zijn biograaf Gert Peelen, die het over ‘transreligieuzen’ had. Je zou hen de kinderen van Kuitert kunnen noemen. Zij hebben ‘de rivier doorwaad en staan, voorbij de laatste stad, in het open veld, tegelijk verwonderd en beangst door de onbemensde ruimte’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *