Evocatie

Als tegenhanger van de troosteloze zoektocht van Asle en Alida herneemt Fosse tot drie keer toe het verhaal van de eerste, beslissende ontmoeting tussen twee tieners die elkaar alleen vanuit de verte kenden, waarbij hij elke keer weer wat uitgebreider verslag doet, en steeds schaamtelozer wordt in zijn lyriek. En het is juist in die passages dat de vergelijking opkomt met de swingende cellosuites van Bach.
(..) Je moet het maar durven, en Fosse durft het. En hoe romantisch ook, toch bedient hij zich eigenlijk van heel sobere middelen om een des te ontroerender evocatie van geluk en liefde te geven.