De stille stem
Schrijven deed Jon Fosse (1959) altijd al, maar zijn debuut Rødt, svart (Rood, zwart – roman) verscheen in 1983. Grote internationale bekendheid verwierf hij met zijn toneelstukken en aantal van zijn toneelstukken zijn in Nederland opgevoerd.
Minder bekend in het buitenland zijn zijn poëzie, proza, kinderboeken en essays. Zijn roman Morgon og kveld (Ochtend en avond) en de novelle Andvake (Een waaknacht) zijn echter wel in Nederlandse vertaling verschenen. De Noorse auteur heeft voor zijn werk een imponerende verzameling internationale literaire prijzen gekregen.
Zijn taal is muzikaal, suggererend met een eenvoudige woordkeus zonder franje in een zich steeds repeterend ritme. Vooral in zijn romans en novelles wordt het verhaal als het ware voortgestuwd door dat ritme, onophoudelijk, zo nodig zonder onderbreking van de punt. Maar al vergt dat soms wel iets van de lezer, wegleggen heeft geen zin, je pakt het boek steeds weer op, gevangen in de melodie.
Ook de handeling is doorgaans sober, tot de kern teruggebracht. De schrijver schuwt het niet in al die eenvoud ‘zware’ onderwerpen aan te snijden: geboorte en dood, liefde en eenzaamheid zijn terugkerende thema’s. In zijn latere werk treden versterkt religieuze tendensen op.
Zelf gaat het Fosse niet om boodschap en betekenis in de kunst, maar om wat hij ‘de stille stem’ noemt, een inzicht, een ervaren tussen de regels, achter de woorden, in de stiltes van het bestaan te midden van golvende lijnen, water en wind, rotsen en regen …
[Jon Fosse was te gast op het 41ste Poetry International Festival te Rotterdam. Deze tekst werd ter gelegenheid van dat optreden geschreven.]