De Noorse meester van het langzame proza

De Noorse meester van het langzame proza

fosse13

[bron: volkskrant.nl] In ‘De andere naam’ zitten we in het hoofd van een schilder, de weduwnaar Asle, een solitaire figuur die staart naar zijn meest recente doek waarop slechts twee strepen staan, het zou een kruis kunnen zijn. Zijn gedachten malen maar door, het stikt van de herhalingen, aan de zinnen van Fosse komt geen einde, het is er donker, Kerstmis nadert, vrienden en geliefden zijn alcoholist of dood, iedereen zwoegt en ploetert, Asle voert gesprekken over ruimte, tijd en God met een visser die met Kerst naar zijn eenzame zus gaat. Afgrondelijke Scandinavische zwaarmoedigheid alom. Maar ondanks dat alles gloort er iets, smeult er hoop. Zolang de stem praat, is er een kans op verlossing en verzoening.

‘Als het totaal (Septologie) de buitengewone literaire kwaliteit van dit eerste deel behoudt, zal het een van de grote werken uit de wereldliteratuur worden.’ – Fernando Vizcaino

Vijf jaar werkte Jon Fosse aan de 1.500 pagina’s van zijn Septologie, veelal in volledige afzondering. Nu zijn de eerste twee delen wereldwijd verschenen. De volgende delen, Ik is een ander (Septologie III-V) en Een nieuwe naam (Septologie VI-VII), verschijnen respectievelijk in 2021 en 2022.

“Ooit zei ik dat schrijven voor mij zoiets is als bidden. Veel later las ik dat Franz Kafka precies hetzelfde heeft gezegd. Dus ik was allesbehalve origineel. (..) [Het gaat om concentratie], meditatie, een manier om het leven te begrijpen, om ergens naar te reiken. Ik denk niet aan de lezer als ik schrijf. Toen ik jong was, heb ik eens iets heel doms gezegd, toen mij werd gevraagd voor wie ik schrijf. Voor God, was mijn ietwat kribbige antwoord. Dat werd prompt de kop boven het stuk: ‘Fosse schrijft voor God.’ Dat vond ik beschamend. Dat hoort u mij niet meer zeggen. Ik schrijf voor iets of iemand en kan het niet nader definiëren. Ook het schrijven zelf niet: dat ontstaat als ik het doe. Het komt tot mij – ik weet niet vanwaar – en ik ben de secretaris die luistert en het geconcentreerd moet noteren. Niets mag mij daarvan afleiden.” (Jon Fosse, interview Volkskrant)

Sebastiaan Kort in NRC: ‘Ik raad de aanstaande lezer aan deze bezonken, bezielde boeken met een frisse, onbevooroordeelde geest tegemoet te treden. Naar aanleiding van Onderworpen liet Michel Houellebecq zich in een interview ontvallen dat ‘het zonder religie niet gaat’, leven. Fosse lijkt die stelling met dit boek te onderschrijven. Via een personage, maar toch.’

Reacties zijn gesloten.