De brief aan Vestdijk
[uit: column Marjolijn van Heemstra, trouw.nl] Het depot van het Literatuurmuseum. Lades vol brieven, manuscripten en foto’s, zorgvuldig geordend en bewaard. Hoewel, veel dozen moeten nog worden uitgezocht. Het museum is onderbemand.
Na de rigoureuze cultuurbezuinigingen onder Halbe Zijlstra moest een groot deel van het personeel verdwijnen. Want wat moeten we nog met de brieven van J.C. Bloem, de schetsen van Marten Toonder? De waarde van cultuur moest vooral in economische termen kunnen worden uitgedrukt en die opvatting duikt sinds Zijlstra overal op.
Ik werd weemoedig van die kelder, van de kwetsbaarheid van al die dagboeken en manuscripten waarvan het merendeel nauwelijks marktwaarde heeft. In het kantoor van het museum, een paar verdiepingen boven de kelder, vertoonde een van de computerschermen de livestream van Prinsjesdag. Onze koning sprak over een historisch lage werkloosheid en toenemende koopkracht. In de tekstbalk onder in beeld gleden zinnen voorbij waarvan de meest wijze misschien wel was: ‘Groei biedt geen garantie voor de toekomst.’ Ook niet voor het verleden, dacht ik daar in dat kleine museum.
Terug in de trein zocht ik op hoe de woorden ‘waarde’ en ‘bewaren’ etymologisch verwant zijn. Volgens verschillende websites komt de kern van beide woorden van het Oudnoorse vara, wat zoiets betekent als: datgene waarvoor men zorg draagt. Maar ook: opmerkzaamheid en bescherming. Waarde heeft zowel binnen als buiten de economie betekenis. Dagwaarde, marktwaarde – eigenwaarde, waardigheid.
Wie het begrip alleen kan definiëren als de prijs die iets oplevert, is zich niet bewust van de omvang van dat woord. Versmalling van de taal versmalt het denken. Het is zoiets als een huis definiëren als beleggingsobject en vergeten dat het ook een plaats is om te wonen, te leven, lief te hebben.
Thuis lees ik de brief die in het museum voor mij gekopieerd werd. De negentienjarige Hanny Michaelis schrijft in 1941 haar grote idool Simon Vestdijk. ‘Het kost me niet de minste moeite me voor te stellen dat u deze brief nauwelijks de moeite waard zult vinden om te lezen, laat staan om erop te reageren. Dat neemt niet weg dat ik het heerlijk zou vinden als u het wel deed.’ De brief komt uit haar eigen archief, waarschijnlijk heeft ze hem nooit verstuurd. Bang voor het antwoord misschien, of het uitblijven daarvan.
Zevenzeventig jaar later is haar brief meer dan de moeite waard.
Marjolijn van Heemstra is schrijfster en theatermaakster