Barnards herfst en winter
Buiten is de herfst bruin en groen en grijs van de nevel, een roerloos seizoen dat door ons heen gist. Buiten is het een tijd van mist en bederf, van wijn die in de kelder staat te rijpen, van paddestoelen en blaren op de grond, van humus in het bos en chaos in de ziel. Dit is een meeslepend seizoen, sommigen van ons zouden haast niet meer weten waar ze zijn, wat ze doen, want de sappen in ons merg schreeuwen om leven en achter onze ogen duizelt het. Als wij elfen waren dansten wij op het water, als wij kobolden waren renden wij door de struiken, als wij zondaars waren lieten wij ons hart bonzen zoals het wou, maar als wij mensen van God waren was onze adem diep en regelmatig, ons oog helder, onze blik puur en vurig, – want God is het volkomen vuur. (Uit: Willem Barnard, Op een stoel staan – herfst en winter)
2 gedachten over “Barnards herfst en winter”
Dit is toch geweldig dit! Wát een regels…!
Yes yes! leer zelfs Barnard opnieuw lezen! Het is zo ra-zend goed! Ook bij voorbeeld dit: ‘Jezus was een knuppel in het hoenderhok.’ Of dit: ‘Ik vraag me af, God, of Je niet meer hebt aan een echte zondaar, een hele zondaar, dan aan zo’n halve zoon, wikkend en wegend…’