Annelies Verbeke wint de J.M.A. Biesheuvelprijs 2018
[volkskrant.nl] In de nieuwe verhalenbundel van Annelies Verbeke, Halleluja, wordt ‘de auteur’ wakker als een beer. Een mannelijke, impotente, schurftige beer. Wat een ramp, denkt de auteur, waarom nou als beer, waarom niet als insect? ‘Hij laat zich op een stoel zakken, gooit zijn kop op zijn poten en snikt zijn scherpe tanden bloot. Nu heeft hij zichzelf nog per ongeluk gekrabd ook. Het leven is verschrikkelijk.’ De geliefde van de auteur ziet niets raars aan zijn vriendin, wat de beer alleen maar meer verontrust. ‘De partner kijkt over de rand van de krant als de beer de honing rechtstreeks zijn keelgat in spuit. ‘Is dat niet wat overdreven?’ ‘Overdreven wat?’ gromt de beer.’ Ik moest daar hardop om lachen, al begrijp ik niet helemaal waarom. Het moet de droge toon zijn, en het beeld van een melancholische kleine beer, wiens dag al erg genoeg begonnen is, en die dan ook nog eens niet begrepen wordt door de partner. Halleluja zit vol met dit soort onverwachte en toch perfect getimede tragikomische momenten, die eigenlijk niet los te citeren zijn zonder dat ze aan kracht inboeten. De omschrijving ‘tragikomisch’ doet ze evenmin recht; die suggereert een genre, een techniek, maar wát Verbeke precies doet, is moeilijk te ontrafelen. De verhalen zijn beladen met grote, wanhopige gevoelens waarna er momenten van comic relief volgen, maar de grapjes lijken per ongeluk, vanzelfsprekend. Verbeke schrijft, zo lijkt het, zonder vooropgezet ‘gevoelsschema’, ze schrijft niet toe naar de grap, de verwondering of de ontroering. De personages zijn gewoon ontzettend écht.
(Annelies Verbeke schreef een nawoord bij de Cossee-uitgave Als water in de woestijn van Ida Simons. Zie blog 19 februari)