Archief van
Maand: augustus 2018

Paul en Ludwig

Paul en Ludwig

waugh

De ene broer werd een beroemd pianist, al had hij maar één arm, de ander één van de grootste filosofen van de twintigste eeuw. Over de familie Wittgenstein schreef de Britse musicoloog Alexander Waugh een fascinerende biografie, waarin het niet allen draait om deze excentrieke en geniale familieleden zélf, maar ook om de rampzalige twintigste eeuw – twee wereldoorlogen – en hun strijd om die te overleven.

(..) In de eerste plaats is het een biografie van Paul Wittgenstein, de eenarmige pianist, en – in mindere mate – van de filosoof Ludwig. Daarnaast is het een familiegeschiedenis van de Wittgensteins die met onwaarschijnlijk veel rampspoed te maken hebben gehad. En tenslotte wordt dat familiedrama geschilderd tegen de achtergrond van de turbulente geschiedenis van Oostenrijk in de eerste helft van de twintigste eeuw.

Afzonderlijk gezien zijn ze niet grensverleggend – het meeste is wel bekend – maar bij elkaar vormen de biografieën, het familiedrama en de historie van het land en zijn hoofdstad een onvoorstelbaar en opwindend verhaal van een aristocratisch, intellectueel en puissant rijk geslacht te midden van een van de roerigste periodes in de wereldgeschiedenis.

(..) Dat de auteur zich vooral richt op Paul, is goed te begrijpen; diens leven was enerverend en stond bol van de dramatiek. Luttele weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog raakte de veelbelovende pianist tijdens gevechten met een Russische eenheid gewond, een kogel verbrijzelde zijn rechter elleboog. Bij het ontwaken uit de narcose ontdekte hij dat zijn arm was geamputeerd. Hij werd, samen met de dokters die hem hadden geopereerd, door de Russen krijgsgevangen gemaakt en in smerige treinwagons, vrijwel zonder eten en drinken, naar Siberië vervoerd, een helletocht van duizenden kilometers. Maar de zwaargewonde Wittgenstein wist alle beproevingen te overleven.

waugh2
Paul Wittgenstein, eenarmig pianist

Na de oorlog had hij slechts één wens: piano blijven spelen. Het zou hem lukken. Hij sloot zich op, oefende zeven, acht uur per dag, wist componisten van naam aan zich te binden. Richard Strauss, Maurice Ravel, Josef Labor en anderen schreven speciaal voor Wittgenstein composities voor linkshandige pianisten – dat leidde soms tot onverkwikkelijke ruzies want Paul deed pardoes ingrepen in hun muziek. Maar het publiek en de critici vielen massaal voor hem. Na een optreden in Wenen schreef de Neue Freie Presse: ,,Verbijsterend, de energie en de vaardigheid van de kunstenaar die, als we onze ogen sluiten, ons het beeld van een tweehandige pianist voorspiegelt, ja, soms zelfs, puur door de kracht van zijn aanslag, van twee tweehandige pianisten.’’

Pauls broer Ludwig komt er in omvang gemeten wat bekaaider van af, maar wat Waugh over hem schrijft, is verre van oppervlakkig. Hij beschrijft de ontwikkeling tot wereldberoemd filosoof, schetst de vriendschap met Bertrand Russell, gaat in op z’n genialiteit die soms aan waanzin grensde, en vertelt bizarre details uit Ludwigs toch al opmerkelijke leven.

Bron: trouw.nl

“Ludwig droeg Mijn kleine evangelie van Tolstoj bij zich, waar hij ook ging.” Fragment:

waugh3
[p.133]

 

►Dancing in the Footsteps of Jesus

►Dancing in the Footsteps of Jesus

heliand3
De Heliand (Oudsaksisch voor Heiland) is een samenvatting van het Nieuwe Testament in zesduizend versregels. Monniken konden de tekst gebruiken bij verspreiding van de boodschap van de bijbel. De Heliand werd rond 830-840 door een onbekende monnik in het Oudsaksisch geschreven. Monniken op zending hebben uit de Heliand voorgedragen. Het beginrijm leende zich ervoor om stukken in een rollend ritme voor te lezen, daardoor maakte het verhaal meer indruk dan een gewone tekst. Behalve de Heliand zijn er ook fragmenten overgeleverd van een Oudsaksische bewerking van het bijbelboek Genesis.

heliand-001

heliand-002

heliand-003

heliand-004

heliand-005

heliand-006

heliand-007

heliand-008

heliand-009

heliand-010

heliand-011
(Vertaling: Jaap van Vredendaal, m.m.v. Willem van der Meiden en Henk Vreekamp)

 

Mijn innerlijke duivel

Mijn innerlijke duivel

Column Stevo Akkerman

[trouw.nl; 29|8] Ik heb het niet vaak, maakt u zich geen zorgen. Maar toen ik de kinderen Howick (13) en Lili (12) op televisie hoorde praten over hun dreigende uitzetting naar Armenië, meldde zich in mijn binnenste een stem die ik meteen herkende als die van de duivel.

De redelijkheid zelve, goede argumenten, indrukwekkende dossierkennis. Hij liet zich niet gemakkelijk de mond snoeren. ‘Laat je toch niet zo door je emoties meeslepen’, zei de stem. ‘Individuele gevallen zijn altijd pijnlijk, zeker als het kinderen betreft. Maar de wet geldt voor iedereen en het is de taak van staatssecretaris Halbers die onpartijdig uit te voeren.’

“Wij zijn doodsbang”, had Howick gezegd aan de tafel van ‘Laat op 1’. Het was hem en zijn zusje aan te zien. Hier zaten twee kinderen die wisten dat ze elk moment konden worden opgepakt en uitgezet; de deadline is vastgesteld op 8 september. En dan? Dan komen ze in een land terecht waar ze nog nooit geweest zijn, waarvan ze de taal niet spreken, waar ze niemand kennen. “Ik vind het onmenselijk en wreed dat de staatssecretaris zoiets kan besluiten”, zei Howick.

‘Het zal niet gemakkelijk voor hen zijn’, erkende de stem. ‘Maar de Nederlandse staat is daarvoor niet verantwoordelijk, dat is hun moeder.’

Daar zat wat in. Moeder Armina, van oorsprong Armeense, nam de kinderen op zeer jonge leeftijd vanuit Rusland mee naar Nederland en legde zich niet neer bij een afwijzing van haar asielaanvraag. Ze procedeerde door tot het echt niet langer kon. Vorig jaar werd ze uitgezet naar Armenië; de kinderen ontliepen dat lot doordat zij hen had laten onderduiken.

Maar roepen dat het de schuld van de moeder is, lost voor de kinderen niets op. Zij zijn in Nederland opgegroeid, het zijn Nederlandse kinderen geworden en nu dat zo is, kan Nederland hen niet het ongeluk in duwen.

‘Je moet het breder zien’, zei de stem. ‘Als we deze kinderen hier laten blijven, zetten we een premie op procederen. Dat kunnen we niet hebben.’

Dan moet je de procedures aanpassen, niet deze kinderen voor de leeuwen gooien. Ik begon genoeg te krijgen van mijn innerlijke duivel. Maar hij was nog niet uitgepraat.

‘De Raad van State denkt er anders over, en dat is wel de hoogste rechter. De kinderen mogen worden uitgezet. Ja, ook nu twijfelachtig is of de moeder psychisch wel in staat is hen op te vangen. Er zijn andere voorzieningen. Zoals een weeshuis.’

Een weeshuis? We gooien kinderen het land uit om ze in Armenië in een weeshuis te laten belanden? Geen wonder dat Lili in de uitzending zo naar woorden moest zoeken om te beschrijven wat haar te wachten stond. “Ik kan me er gewoon geen voorstelling van maken”, zei ze, terwijl Howick zijn hoofd liet zakken. Laat de staatssecretaris in vredesnaam gebruikmaken van zijn discretionaire bevoegdheid. Waarom doet hij dat niet?

‘Omdat we het belang van twee kinderen niet boven dat van het hele land kunnen stellen’, zei de stem.

Dan is dit geen beschaafd land meer, antwoordde ik, en legde hem het zwijgen op.

Beste bieb

Beste bieb

[bron: nos.nl] Bibliotheek School 7 in Den Helder is uitgeroepen tot beste van de wereld. bieb10De organisatie kreeg in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur de eerste prijs in de categorie ‘nieuwe bieb in een bestaand gebouw’, meldt NH Nieuws. De bieb versloeg onder meer concurrenten uit Singapore en Brazilië. Vorig jaar werd de bibliotheek al uitgeroepen tot beste van Nederland.

De juryleden zijn onder de indruk van de manier waarop de bibliotheek samenwerkt met lokale partners. Ze noemden ook de bijzondere architectuur en inrichting van de bibliotheek als bijzondere kwaliteiten.

De Helderse bibliotheek was volgens Anita Ruder van School 7 de enige Nederlandse bibliotheek die meedeed aan de wedstrijd. “We kregen echt een beetje een Songfestival-gevoel. We stonden er voor heel Nederland”, vertelt ze vanuit Kuala Lumpur. School 7 nam het op tegen negentien bibliotheken uit andere landen.

bieb3

bieb4

bieb7

bieb8

bieb2

bieb5

 

Podcast Sør

Podcast Sør

Schrijver Marjolijn van Heemstra gaat op zoek naar een oude leraar. De ontmoeting tussen een linkse gutmensch en een rechtse populist.

 

[Anouk Boone, Trouw/ Zomertijd 25 augustus 2018]

Het is een koude maandagochtend als schrijver en theatermaker Marjolijn van Heemstra langs lage nieuwbouw en een veldje met kortgeknipt gras loopt. In de buurt van station Rotterdam Alexander. Een school komt uit, ze hoort flarden Arabisch, Turks en Antilliaans. Langs de weg ziet ze posters van Leefbaar Rotterdam met de tekst: ‘Voor onze veiligheid, voor onze vrijheid’.

Er klinkt gestommel, een deur die slaat. Van Heemstra is naar eigen zeggen best zenuwachtig als ze over de drempel stapt bij haar oude geschiedenisleraar Ronald Sørensen, want ‘er staat van alles op het spel’.

In de podcast SØR gaat Van Heemstra op zoek naar het ware gezicht van haar oude geschiedenisleraar. Een man die ze zich herinnert van de middelbare school als ‘genuanceerd en ruimdenkend’, maar die niet lang na haar eindexamen een man vol woede bleek te zijn. Een fanatiek rechts politicus die de weg baande voor Pim Fortuyn toen hij Leefbaar Rotterdam oprichtte.

Een moment in de klas zal ze nooit vergeten. Ze moet zo’n achttien zijn geweest toen ze rechts vooraan in het lokaal bij Sørensen zat. Sør, zoals ze hem consequent noemt, stond bij het raam dat uitzicht bood op Diergaarde Blijdorp.

Het zonlicht viel naar binnen toen Sør zei: ‘Als je altijd door dit ene raam naar buiten blijft kijken, zie je nooit de hele werkelijkheid.’ Sør zag op dat moment waarschijnlijk olifanten, maar Van Heemstra kreeg kijk op empathie. Om een ander te begrijpen, moet je andermans uitzicht willen zien.

Hoop, blijdschap en prille verliefdheid kleuren haar herinneringen aan die zwarte middelbare school, waar meer dan zeventig nationaliteiten in de aula samenkwamen. De herinneringen van Sørensen zijn vooral gekleurd door een dreigende islam: van uitgehuwde vijftienjarige meisjes tot dominerende vaders met tolk.

Wat was er gebeurd met de genuanceerde leraar die zich ineens bezighield met de keerzijde van de multiculturele samenleving?

In de media zag ze vaak zijn rode, tot tranen toe verbeten, gezicht. Toen Fortuyn werd vermoord. Toen Volkert van der G. ‘maar’ achttien jaar celstraf kreeg of bij zijn installatie als Eerste Kamerlid voor de PVV van Wilders.

De vraag: ‘Wat is echt, zijn herinneringen of de mijne?’, laat haar twintig jaar lang niet meer los. Met een fijne vertelstem, afgewisseld door oude geluidsfragmenten van Sørensen de politicus en een ontmoeting met jeugdvriendin Hanina Ajarai, blikt Van Heemstra in drie meeslepende afleveringen verhalend terug op haar jeugdjaren in Rotterdam. Op de verwarring over twee mensen die van dezelfde jaren, op dezelfde school, een andere geschiedenis maakten: een linkse en een rechtse legende.

Eén ding is zeker: wie nog nooit heeft nagedacht over een kat zonder kattenluik, zal na het horen van SØR nooit meer zonder onderzoeksmissie bij kateigenaren op bezoek kunnen gaan.