Week van de Klassieken

Week van de Klassieken

[bron tekst: trouw.nl] “Juist uit de weergave en verbeelding van het denkproces kun je veel opmaken over de functie van denken”, zegt cultuurhistoricus David Rijser. “En juist die verbeelding blijkt een belangrijke bron van misvattingen te zijn.”

Neem alleen al de bekendste, meest iconische verbeelding van het denken: De denker van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin. “Hier is iemand heel diep in gedachten verzonken, roerloos en afgezonderd van de wereld,” zegt Rijser. “Dat is zo ongeveer ons archetypische beeld van de filosoof en zo zien we dus ook die Grieken en Romeinen. Maar de Grieken zouden daar weinig van begrepen hebben. Voor hen stond denken doorgaans rechtstreeks in verbinding met de wereld. denkersSocrates was in principe geen denker, maar een doener. Hij schreef niet, hij was altijd aan het praten. En dat deed hij lopend. Socrates, de hoeksteen van de antieke filosofische traditie, moet je dus in tamelijk praktische termen verstaan: zijn theorievorming vond altijd plaats in gesprek met anderen. Dat geldt in zekere zin ook voor zijn leerling Plato. Wij denken bij het horen van zijn naam vooral aan ‘de ideeënwereld’. Maar zijn belangrijkste werk is ‘De republiek’. En dat is in wezen een manifest over staatsinrichting, politiek en samenleving. Allemaal praktische wenken, die hij ook nog eens zelf wilde gaan uitvoeren.”

(..) In eerdere publicaties, zoals ‘Een telkens nieuwe Oudheid’ (2016) liet David Rijser onder andere zien hoe alomtegenwoordig de Klassieke Oudheid nog altijd is in onze cultuur. Ook nu herkent hij klassieke bronnen waar die nog niet in beeld waren. De meest opmerkelijke betreft de christelijke denker Augustinus.

denkers2
(klik voor vergroting)

Rijser: “De invloed van Augustinus staat buiten kijf. Hij is de belangrijkste kerkvader, je kunt zeggen: de architect van het geweten, van het schuldgevoel, van het besef van zondigheid, nietigheid en humilitas. Allemaal begrippen die nog steeds doorwerken in onze tijd. Maar uit welk vaatje tapte hij zelf? Tijdens het werken aan mijn essay [‘De portiek van de buren’] herkende ik het ineens: hij haalde zijn inspiratie uit klassieke erotische liefdespoëzie. Is dat nou niet ironisch?

“Augustinus opent zijn Belijdenissen met zinnen als: ‘Wie zal het mogelijk maken dat je mijn hart binnenkomt zodat ik al mijn ellende vergeet en jou omhels, die mijn enige goed bent. Wat ben je voor mij? Wees lief voor me, zodat ik het kan zeggen.’ Zulke dingen zeiden Romeinse liefdesdichters ook, maar dan tegen hun vriendin.”

De Week van de Klassieken loopt van 5 tot en met 15 april. Het thema van deze editie is ‘Wat is wijsheid? Denken in de klassieke wereld’. 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *