Verhaaltje

Verhaaltje

“Er valt een pen op de grond. Zou ze zich pijn hebben gedaan? Even vragen. Nee, zegt de pen. Maar waarom huil je dan? Omdat ik vannacht naast het potlood heb gelegen, klaagt de pen, terwijl ik veel meer van de vulpen houd.” Jan Terlouw kijkt de zaal in, en zegt: “U bent doodstil bij een verhaaltje voor een kind van twee.”

Het publiek lacht. Ouderen, maar ook opvallend veel studenten bevolken een uitverkocht Delfts theater De Veste. Waar de D66-coryfee, schrijver van het Boekenweekessay ‘Natuurlijk’, spreekt over het krachtigste communicatiemiddel: het verhaal. Terlouw begon met vertellen toen zijn kinderen klein waren. Elke avond na het eten. En als ze hadden gejokt of zo, kregen ze geen straf, maar weer een nieuw verhaal. Bijvoorbeeld over tante Gerdientje die haar nieuwe, monsterlijke jurk liet zien. “Tja, hoe reageer je dan?”

Terlouws vrouw riep telkens: zoek een uitgever. Maar daar voelde hij niets voor: “Ik kan niet schrijven, ik houd er niet van.” ‘Pjotr’ was in 1970 zijn eerste pennenvrucht, maar Terlouw durfde zich pas auteur te noemen na ‘Oorlogswinter’ twee jaar later. “En nog steeds zeg ik eerst vijf keer nee tegen een boek en dan pas ja.”

Er is geen kuchje hoorbaar. Terlouw betovert. Niet alleen omdat hij er op z’n 86ste nog altijd patent uitziet: donker pak, pochetje, verzorgde grijze kuif. Nee, er is ook die beschaving, die bescheidenheid, dat ontbreken van elk cynisme.

[bron: Trouw, 08|03]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *