Transformaties van de literaire ruimte

Transformaties van de literaire ruimte

bakker
‘De nieuwe media vormen een belofte van een nieuwe, ‘secondaire’ oraliteit, een nieuwe gemeenschapszin op basis van een nieuwe communicatietechnologie.’
bakker2
‘Geschreven literatuur kan ook haar weg vinden op Internet.’

bakker3Wij maken in deze decennia een overgangstijd mee, wij leven in zekere zin in een tussentijd, aan het eind van de geletterde beschaving en aan het begin van het digitale informatietijdperk. Al is het dan niet precies zeker hóe, wij weten dat er dingen te veranderen staan, en wel zeer ingrijpende die direct ons zelfbewustzijn, denken en identiteit aangaan. In dat besef alleen al ligt besloten, dat onze schriftcultuur transcendentale bepalingen bezit, die constitutief zijn voor onze werkelijkheids- en waarheidservaring. Ten tijde van de klassieke geletterde periode, door George Steiner gedateerd van 1840 tot omstreeks 1900, zou niemand op dat idee gekomen zijn – zoals passagiers van de trekschuit nooit vermoed zullen hebben dat hun conceptie van het landschap samenhing met de trage manier van reizen die zij er op na hielden. Hadden die passagiers geweten dat er na hen een stoomtrein zou komen dan zouden zij zich de relativiteit van hun waarneming gerealiseerd hebben. Wij weten nu hoe betrekkelijk het typografisch tijdperk straks kan blijken te zijn geweest. Met dat vermoeden moeten we het vooralsnog doen, niet veel, maar het kan ons weerhouden van een al te grote zelfgenoegzaamheid of nostalgie. Laten wij voorlopig vooral nieuwsgierig zijn! [Jan-Hendrik Bakker, Tijd van lezen (slot inleiding)]

Voor meer over verschuivingen in het ontologisch patroon van de literaire verbeelding:

Lucas Husgenkostermul2evink

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *