De kat begint met spinnen en de filosoof komt met hersenspinsels…

De kat begint met spinnen en de filosoof komt met hersenspinsels…

bosrten6[trouw.nl] In het verleden is veel nagedacht over de verschillen tussen mensen en dieren. En één ervan is dat mensen kunnen spreken en dieren niet. Die verschillen bestaan in hoofdlijnen hieruit dat de mens een redelijk wezen is (homo sapiens) en ook vrij, omdat hij niet aan instincten is gebonden zoals het dier. Daaruit vloeien weer verdere verschillen voort. Omdat de mens rationeel is, heeft hij een taal als drager van gedachten. En omdat hij vrij is, heeft hij keuzes en is hij een moreel wezen.

Al die verschillen zeggen natuurlijk meer over de aanmatiging van de mens, die zich tot maat van alle dingen heeft gemaakt, dan over de veronderstelde tekorten van dieren. Als filosofen naar dieren kijken, bijvoorbeeld naar hun kat, gaat het volgens René ten Bos vaak fout: „de kat begint met spinnen en de filosoof komt met hersenspinsels.”

Misschien is het dier wel geniaal. Althans, dat is wat Ten Bos betoogt. Op het eerste gezicht vreemd want wij verbinden genialiteit met oorspronkelijkheid en scheppingskracht. Maar dan moeten we ons realiseren wat genialiteit oorspronkelijk betekent. Het woord is afgeleid van genius, een meerduidig begrip dat bij de Romeinen op een andere wijze verbonden was met oorspronkelijkheid: het oereigen zijn, de in de diepste natuur verborgen aard en eigenschappen van wie we eigenlijk zijn.

Dieren nu, slagen er beter in om bij zichzelf te blijven dan mensen. Ten Bos specificeert dit als het vermogen van dieren om op de achtergrond te blijven, niet op te vallen, onontdekt te blijven. Daarin zit hun eigenheid en genialiteit. Wij mensen hebben daar geen vrede mee…

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *