Cabo de Gata

Cabo de Gata

eugenruge8

eugenruge9[fragment] Wanneer ik nu, vijftien jaar maar ook duizend jaar later, in het vliegtuig van Minneapolis naar Tokio met mijn laptop op schoot deze zinnen zit te typen, lijkt het me onwaarschijnlijk, als iets wat ik achteraf heb bedacht, dat ik toen niet geweten zou hebben wat Andalusië was. Ook herinner ik me nauwelijks nog wat ik voelde toen ik dat Cabo de Gata [‘de kaap van de kat’] opzocht en in mijn gids zag staan dat het een plaats in het zuidoosten van Andalusië was, misschien omdat ik die pijnlijke ontdekking toen meteen heb verdrongen – de ontdekking dat Andalusië een landstreek was en echt bestond. Een paar jaar eerder, nog in de tijd van de DDR, had ik namelijk Een Andalusische hond gezien, de beroemde film van Luis Buñuel. Aan de film zelf heb ik zo goed als geen herinneringen – als verontschuldiging kan ik aanvoeren dat de omstandigheden waarin ik hem zag zenuwslopend waren: we zaten in een half-illegale, onverwarmde clubkelder in Oost-Berlijn, de film werd in de oorspronkelijke taal vertoond met Engelse ondertiteling, voor zover die niet ontbrak; de film knapte een paar keer tijdens de voorstelling en ik weet niet eens zeker of ik hem wel helemaal heb gezien, of dat ik, murw door de vele onderbrekingen, de kou en de onbeholpen, op de heropvoeding van het publiek gerichte esthetiek, de kelder voortijdig verliet of delen van de voorstelling rokend in de bar erboven doorbracht. Wel herinner ik me de indruk die de titel van de film bij me achterliet, en vermoedelijk heb ik die titel juist omdat ik hem niet begreep zo goed onthouden, want ik bracht het woord ‘Andalusisch’ absoluut niet in verband met geografie, maar vatte het op als een soort fantasieadjectief, dat zoiets als ‘magnifiek’ of ‘betoverend’ betekende. Andalusië klonk ver en vreemd zoals de namen van alle plaatsen die onbereikbaar achter het IJzeren Gordijn lagen, maar was los daarvan, dacht ik, een plaats uit een sprookje, een verzinsel – tot ik het zag liggen op de weerkaart in die Spaanse krant, en toen ik ook nog in mijn reisgids las dat Cabo de Gata het ‘laatste romantische vissersdorp’ in Andalusië was, waar de boten, zoals het er letterlijk stond, ‘nog met de handlier’ uit het water werden getrokken (..), wist ik dat dit de plaats was die ik had gezocht.

‘Een evenwichtige, indrukwekkende roman.’ Guus Bauer

In tijden van afnemend licht, Eugen Ruges romandebuut, werd bekroond met de Alfred Döblin-Preis 2009, de Deutscher Buchpreis 2011 en de Aspekte-Literaturpreis 2012.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *